‘Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg’ beschrijft wat cliënten en hun naasten mogen verwachten van verpleeghuiszorginstellingen. Daarnaast is het gericht op het samen verbeteren van de kwaliteit door zorgverleners en zorgorganisaties. Tevens dient het om het lerend vermogen te versterken. In dit plan treft u aan hoe St. Franciscus hier precies mee omgaat.
Dit plan is gericht op het continu verbeteren van onze zorg. In hoofdstuk 7 ‘Het verbeterplan met kwaliteitsgelden 2021’ ziet u op welke verbeteringen we ons in 2021 zullen richten. Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg’ vormt eveneens het kader voor extern toezicht en voor inkoop en contracteren van zorg. Wij leggen graag verantwoording af over wat wij aan zorg leveren. Hiertoe verversen wij telkens de verantwoordingsinformatie op onze website. Daarnaast blikken we in ons kwaliteitsverslag jaarlijks terug op de trends en ons lerend vermogen.
Vriendelijke groet en veel leesplezier,
Namens alle medewerkers van St. Franciscus
Drs. S.C. Kanters RC
Directeur/Bestuurder St. Franciscus
Uit het verhaal van Teun blijkt eens te meer hoe belangrijk het is om je cliënten te kennen om ze kwalitatief goede zorg te kunnen leveren. Kwaliteit is namelijk niet voor iedereen hetzelfde. Daarvoor dien je de mensen te kennen. En dat kost dus tijd en energie en pas na (zo’n lange) introductie besef je dat het investeren van tijd in een goede relatie en het begrijpen van iemand tot goede zorg kan leiden.
St. Franciscus wil zich graag onderscheiden op dit vlak. St. Franciscus kent Gilze en Gilze kent St. Franciscus. Hierdoor is ook heel goed bekend bij degene die de zorg leveren wat de wensen van de cliënten zijn. Door hierop in te spelen levert St. Franciscus kwalitatief goede zorg. Dat is waar St. Franciscus voor staat.
Teun wordt in 1910 als 11e kind geboren in een plaatsje op Zuid-Beveland. Zijn vader is schipper, maar vindt later werk op de wal. Teun valt op de lagere school op door zijn tekentalent. Belgische schilders, die na de eerste wereldoorlog als vluchteling in Zeeland zijn blijven hangen laten Teun de schilderkisten dragen. Teun’s verlangen om te tekenen en te schilderen met olieverf wordt alsmaar groter. Bij een plaatselijke huisschilder en amateurschilder leert hij verven maken met gewreven pigmenten en lijnolie.
Als Teun 16 jaar is trekt hij thuis weg om op tal van plaatsen te schilderen. In zijn levensonderhoud voorziet hij door het aannemen van allerlei kortstondige baantjes. Voor de Tweede Wereldoorlog vindt Teun’s eerste expositie plaats in een kunsthandel in Dordrecht. Eerst woont hij nog bij zijn zus in, maar in de oorlogsjaren vindt hij een stuk grond bij Riel. Daar maakt hij eerst een betonnen bouwsel, later aangevuld met een houten keet. Het aantal aanbouwsels neemt in de loop der jaren toe. Teun geniet van het groen, hij woont en leeft ertussenin, als in een zwerversbestaan. Teun geniet van de natuur, kijkt vaak naar de wolken en de bomen.
Zijn drang om te schilderen voert hem van de ene expositie naar de andere. Zijn rusteloze zwerversbestaan brengt hem na de oorlog op studiereis. Eerst op de fiets, later op de scooter en weer later in een bestelbusje naar Zuid-Frankrijk, Spanje, Noord-Italië, Duitsland, Oostenrijk en Joegoslavië. Tentoonstellingen doen zijn naam goed. Hij verblijft in Canada en de Verenigde Staten waar hij galeriehouder wordt en in een film meespeelt als figurant. Ook in Nederland is hij steeds meer bekend. Exposities volgen, er komen onderscheidingen en schenkingen. Er wordt een boek over hem geschreven en er wordt zelfs over een film gedacht.
Maar Teun is een vrijbuiter, misschien een vreemde vogel of zonderling mens. Hij stelt zijn eigen onafhankelijkheid en vrijheid boven alles. Voor het doen van concessies is hij niet in de wieg gelegd. Hij buigt niet graag als een knipmes en zeker niet voor de gevestigde orde van kunstkenners en politici. Deze opstelling bepaalt ook zijn werk, dat een grote eigenheid en derhalve herkenbaarheid heeft. De affiniteit van Teun met de kunst gaat zelfs zover dat je zou kunnen zeggen dat hij geheel en al voor de kunst geleefd heeft. Hij had geen vrouw, geen kinderen.
Teun, wars van alle luxe, een zwerver pur sang; een grote lange grijze baard en zwerverskleding met een bijna over de grond slepende grote zwarte jas. De rust van de nacht geeft hem inspiratie. In de ochtend eet hij, moe van het schilderen, zijn sobere koude maaltijd. Daarna slaapt hij, gewikkeld in een aantal dekens op de grond in zijn huis van beton, of in zijn houten keet.
Teun kan niet anders dan schilderen. Het ene doek is nog niet af of het volgende doek bezit de krassen van een beginnend schilderij van een ervaren schilder. Zijn hart en ziel legt hij erin. Hij kan niets anders en hij wil niets anders. Het is zijn passie. Tot zijn negentigste schildert Teun. Soms moeizaam en onregelmatig, maar steeds met volle overgave.
Er komt een tijd dat Teun het idee heeft dat er mensen rond zijn huis lopen. Vooral ’s nachts als hij alleen is meent hij stemmen te horen. Dit geeft hem een gevoel van onveiligheid waar hij niet goed raad mee weet. Een gevoel dat Teun niet kent, zijn hele leven lang niet. Het brengt hem uit zijn evenwicht, maakt hem onzeker. Het ontneemt hem zijn onafhankelijkheid. Hij vraagt aan een vriend om hem te helpen. Sommige zaken die Teun waarneemt zijn zeker waar, sommige zijn niet te achterhalen. Teun mist schilderijen en persoonlijke spullen. Teun wordt angstiger en onzeker, raakt de weg kwijt en vergeet het schilderen meer en meer. De situatie wordt ondraaglijk en onleefbaar voor Teun.
En na lang zoeken, want er is geen goede oplossing, wordt Teun opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Teun de zwerver pur sang. In zijn 90 jaar is dat zijn allereerste contact met een dokter, een zuster en alles wat de zorg te bieden heeft. Teun, die altijd zichzelf heeft verzorgd, hoe en wanneer hij dat wilde. Niemand die daar ooit commentaar op had. Niemand die tegen hem zie dat het anders moest. Niemand die hem daar ooit bij hoefde te helpen. Zijn eigen leven heeft hij geleid, eten, drinken, verzorgen dag- en nachtritme etc. etc. etc.
Teun slaapt overdag en wandelt, nu hij niet meer kan schilderen, rond in de nacht. Binnen het psychiatrisch ziekenhuis heeft Teun een afwijkend dag- en nachtritme, dus daar moet in eerste instantie iets aan gedaan worden. Hij krijgt slaappillen tegen 22 uur ’s avonds, zodat hij vanaf 23 uur tot de volgende morgen slaapt. Elke ochtend wordt hij fris gewassen en aangekleed met reservekleding van de afdeling. Zijn schilderskleding en zijn over de grond slepende grote zwarte jas worden in een vuilniszak gedaan en weggezet.
Teun biedt weerstand hiertegen, vooral als hij zich letterlijk en figuurlijk bloot moet stellen aan vreemde mensen die zaken van hem overnemen en lichamelijk contact met hem hebben zoals wassen, afdrogen, toiletgang etc. Teun praat niet, maar roept als een wolf die huilt, hard en lang en hartverscheurend. Niemand begrijpt hem, niemand kent zijn levensverhaal.
Na deze ingrijpende start van de dag gaat Teun met vele anderen eten aan een gedekte tafelwaar je jezelf moet bedienen. Teun eet niet, zijn honger is over, angst beheerst hem. De tegenstand die Teun biedt tijdens het verzorgen, wordt met behulp van medicatie teruggebracht. Teun loopt als een zombie rond en rond en rond tot hij om 22 uur weer gaat slapen tot de volgende morgen. Na enkele weken “zit” Teun in een hem opgelegd ritme. Maar hij past niet in een psychiatrisch ziekenhuis. Een verpleeghuis voor dementerenden zou beter zijn. Er wordt contact gelegd en een datum afgesproken.
Ik zie hm nog binnenlopen. Teun, met zijn grote grijze baard in zijn zwerverskleding met een bijna over de grond slepende grote zwarte jas. Hij kreeg een eenpersoonskamer. Teun keek om zich heen, angstig en moe. Met zijn handen over elkaar sjokte hij rond, probeerde alle deuren om naar buiten te komen, de tuin in. Daar keek hij naar de bomen en de wolken. De eerste avond ging hij naar bed, werd omgekleed en in bed gelegd. Nog een knuffel en lekker slapen. De overdracht van de avonddienst naar de nachtdienst was kort maar krachtig: “we hebben een nieuwe bewoner, een bijzonder mens, we moeten hem nog goed leren kennen, maar hij ligt nu in bed, heeft slaapmediatie gehad, dus even enkele controles en goed rapporteren”.
De nachtdienst ging om middernacht kijken, maar kreeg de deur niet open. Met twee man sterk werd er tegen de deur geduwd, want wat bleek: Teun lag in dekens op de grond te slapen. Wat zielig, op die harde grond!!! De nachtdienst had medelijden met hem, de stakker wist niet meer wat of waar zijn bed was. Dus werd Teun met drie man sterk lekker in zijn bed getild, totdat hij wakker werd en uit angst iedereen van hem afduwde en gilde als een huilende wolf. Al die mensen aan zijn lijf!!! De medewerkers schrokken van het geluid en bleven beduusd staan. We zullen hem maar met rust laten, werd er geconcludeerd. In de nachtrapportage werd gemeld dat Teun agressief kon reageren, zomaar zonder reden, terwijl hij toch lekker in bed werd gelegd. Binnen de zorg werd al snel besloten om een zorgteam te beleggen. Alle disciplines en zorgmedewerkers werden uitgenodigd. Ondertussen deed iedere verzorgende zijn best Teun zo goed mogelijk te verzorgen: iedere dag onder de douche, soms met weerstand, maar toch schoon gewassen.
’s Avonds in zijn bed gelegd, zo nodig ’s nachts met een aantal mensen in bed getild. In het zorgteam bastte de discussie los over het op de grond slapen, over het agressieve gedrag als hij lekker in bed geholpen werd, het moeizame douchen wat toch iedere dag nodig was en welke waarden en normen wij hadden die Teun niet had en waar we hem mee moesten helpen, toch???
In de levensgeschiedenis die toen van Teun naar voren kwam werd ons pas duidelijk wie hij was en wat voor mens Teun in zijn 90 jaar altijd geweest was. We vonden hem heel bijzonder, op een paar verzorgenden na die hem maar lastig en vies vonden als Teun op de grond sliep, niet wilde douchen etc. er bastte een hele discussie los over wat nu eigenlijk belevingsgerichte zorg is.
De beleving van de medewerkers die hem lastig en vies vonden stond hierin centraal. Maar los van het feit dat medewerkers dat mogen vinden, staat in de zorg voor onze bewoners de beleving en de levensgeschiedenis juist in het middelpunt. Ondanks het tegensputteren van enkele medewerkers werd in het zorgteam besloten dat alle gedrag beïnvloedende medicatie gestopt zou worden en ook de slaapmediatie. Voor de nachtdiensten was dit onvoorstelbaar en niet om te doen. We sprake af om het te proberen en na 2 weken te evalueren. En zie je… de nachtdienstmedewerkers hadden gelijk, want nu Teun geen slaapmedicatie meer kreeg liep hij ’s nachts rond; hij keek door de ramen naar buiten naar de lucht en als je niet oppaste en de buitendeuren niet op slot had, liep hij de tuin in en ging op een bank zitten en keek naar de bomen en de lucht, naar de bomen en de lucht…….
Probeer Teun dan maar eens naar binnen te krijgen…….
Naarmate de nachten verstreken en Teun niemand “lastig” viel werden de nachtdienstmedewerkers milder in hun oordeel. Als hij ’s nachts wakker werd kreeg Teun tegen de ochtend honger. Dan at hij met smaak een stapel boterhammen en had daarbij het liefst koude koffie, gegeven door de nachtdienst. Soms waren ze hem kwijt, dan lag hij in zijn bed of op de grond en sliep. Sliep en sliep, wel tot vier of vijf uur in de middag. Vier uur was lastig, omdat dan de vroege diensten naar huis gingen. Vier uur is ook het tijdstip dat de dementerende bewoners onrustig kunnen worden. Even na vieren wordt daarom soep geserveerd.
Ook Teun liep dan rond in zijn pyjama. Familie keek met andere ogen, ogen die andere zaken waarnamen en daardoor ook een andere emotie en mening hadden. Soms was het misschien wel angst. Sommige zaken kwamen wel heel erg dichtbij.
Familieleden van bewoners vertelden hun mening binnen-en buitenshuis. “Ze laten hier de mensen ’s middags om vier of vijf uur nog in hun pyjama lopen met een volle luier. De man had dan zo’n honger dat hij een stapel boterhammen op zijn kamer kreeg met een paar mokken koffie, die worden toch koud op een gegeven moment? Toch??”………”Ik hoop niet dat ons mam of ons pap dit ook nog mee moet maken, of dat ik dat hier met hen mee moet maken.” En als je dan uitlegt dat ieder mens anders is en ieder mens zijn eigen leven heeft, dan begrepen sommige familieleden dat wel, maar sommige ook niet. Die bleven hem maar vies vinden. En gelukkig bleef hij bij hen uit de buurt, want stel je voor dat hij nog dichtbij je zou komen te staan, laat staan, zelfs aanraken!!!
Als we Teun om vier uur bij het wakker worden een stapel boterhammen gaven en koude koffie, merkten we dat hij dit op zijn gemak op zijn kamer opat, daar bleef zitten en ondertussen genoot van de muziek van fluitende vogels. We leerden hem steeds meer kennen en hij leerde ons steeds meer te vertrouwen voor zover hij dat wilde. De ontmoeting tussen ons en Teun bracht wonderlijke dingen met zich mee waarin duidelijk werd dat Teun de regisseur was en wij de assistent-regisseurs, om zo zijn leven invulling, uitvoering te geven.
Teun kon pas na het eten verzorgd worden, maar wel zo snel mogelijk met zo min mogelijk poespas en soms ook gewoon niet. Morgen dan maar weer. De medewerkers die zijn kamer schoonmaakten vonden het maar niets, overdag mochten ze niet komen poetsen en ’s avonds waren ze er niet. Wie zorgde er nu voor dat de kamer schoon en fris bleef??? We spraken af dat als Teun gedoucht wilde worden, een ander even de kamer deed. Langzaamaan konden we loslaten dat iemand ook een ander dag- en nachtritme kon hebben. Ook al hadden wij daar zelf een andere invulling bij. De warme maaltijd gingen we bewaren voor ’s avonds om een uur of tien. En als hij dan rond wilde lopen deden we de buitendeuren open, zodat hij naar buiten kon, de lucht kon zien, de bomen aanraken. Zijn zwarte lange over de rond slepende jas hing op zijn kamer, zichtbaar. Teun mocht langzaam weer zijn wie hij wilde zijn. Hij floot als het hem goed ging, hij kwam bij je staan als hij je nodig had.
Maar hij praatte niet, nooit, tegen niemand…
Tenslotte werd Teun ziek en kwam op bed te liggen.
Hij zou gaan sterven, wat zouden wij hem nog kunnen bieden?…
Het sneeuwde op dat moment…
De gordijnen werden zover mogelijk opengedaan zodat hij de lucht kon zien. Takken van bomen langs zijn bed, de geur van het bos en het geluid van fluitende vogels hebben zijn laatste levensdagen gevuld.
Teun, wat heeft hij ons veel geleerd, maar het voornaamste is dat hij ons heeft geleerd belevingsgericht te werken, denken en doen en te respecteren wie de ander is.
Teun bedankt!!
Bronvermelding:
Deconinck, C. en Van der Kooij, C. (2005). Zorgtalentproducties
Zorgcentrum St. Franciscus is een kleinschalige en informele zorgorganisatie voor Gilze en omstreken. St. Franciscus wil kwalitatief goede ouderzorg leveren op de plaats waar het op dat moment het meest nodig is en cliënten ook zo goed mogelijk begeleiden als deze plaats wijzigt. We zijn er zowel voor cliënten die complexe zorg nodig hebben en niet meer zelfstandig kunnen wonen, als voor cliënten die geheel of gedeeltelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving kunnen verblijven. In de tabel op onze website wordt de meest recente verdeling van de cliëntpopulatie van onze organisatie weergeven.
De mogelijkheden tot eigen regie en de zorgbehoefte van de cliënt op een willekeurig moment zijn hierbij het uitgangspunt. Juist omdat we kleinschalig en lokaal actief zijn en geen onderdeel van een koepelorganisatie, is de sfeer hier open, gemoedelijk en gastvrij. Met ons zorgaanbod kunnen cliënten zo zelfstandig, autonoom en normaal als mogelijk hun leven leiden. Om ons zorgaanbod en onze dienstverlening te laten aansluiten op de vraag van de cliënt, zijn we samenwerkingsrelaties aangegaan met andere partners op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
Onze zorgvisie gaat uit van de onafhankelijkheid en vrije keuze van de (ouder wordende) mens. St. Franciscus streeft ernaar om gemeenschapszin te stimuleren. Door een mix van betrokkenheid en professionele zorgverlening wil St. Franciscus invulling geven aan de (wijk)zorg, ondersteuning en zinvolle dagbesteding. We streven naar een zo groot mogelijke kwaliteit van leven voor onze cliënten. Iedere cliënt beleeft deze kwaliteit op eigen wijze en geeft daar zélf vorm en betekenis aan. Werken vanuit de mensgerichte visie van St. Franciscus betekent dat:
Ten aanzien van hoe St. Franciscus de zorg benadert, is een zekere basishouding belangrijk. Dit is de reden dat we in 2019 aan een set kernwaarden hebben gewerkt die voor iedereen binnen St. Franciscus als uitgangspunt gelden. De drie kernwaarden zijn: ‘persoonsgericht’, ‘met elkaar’, en ‘vertrouwd’. Dit komt ook in de film over St. Franciscus tot uiting.
Persoonsgericht
De bewoner staat bij zorgcentrum St. Franciscus centraal. Iedere bewoner is voor ons uniek. Wij zijn zorgzaam, betrokken en oprecht geïnteresseerd in de mensen om ons heen. Wij kennen onze bewoners zoals de bewoner nu is en hoe de bewoner vroeger was. De behoeften en wensen van iedere bewoner zijn het vertrekpunt van onze persoonsgerichte zorg- en dienstverlening. De bewoner houdt hierin zoveel mogelijk de regie.
Met elkaar
De deur van zorgcentrum St. Franciscus staat open voor iedereen die met respect met elkaar omgaat. Met elkaar vinden we creatieve oplossingen en wordt er gewerkt aan een toekomstbestendig St. Franciscus. Wij zijn behulpzaam, motiveren elkaar en zoeken de samenwerking op. Ook met externe partijen worden ervaringen en ideeën uitgewisseld om van elkaar te leren.
Vertrouwd
Wanneer je bij zorgcentrum St. Franciscus binnenloopt, voel je je snel op je gemak. Je voelt je thuis. Er is veel te doen en de activiteiten zijn afgestemd op ouderen. Wij verlenen op een gastvrije en gemoedelijke wijze zorg aan onze cliënten. Wij komen onze afspraken na, zijn integer en open. We zijn helder in onze communicatie en bewoners, collega’s en familieleden weten waar ze terecht kunnen. Hiermee is zorgcentrum St. Franciscus een gezellige, vertrouwde en veilige plek waar iedereen zichzelf kan zijn.
Binnen St. Franciscus werken wij met vakkundige medewerkers. Onze medewerkers zijn professionals en leveren kwalitatief hoogstaande zorgverlening, ieder op zijn/haar eigen werkgebied. Zij houden rekening met de behoeften en wensen van onze cliënten. Het denken en handelen van onze medewerkers is cliëntgericht.
2.1 Personeelssamenstelling
2.2 Opleiden en ontwikkelen
2.3 Werving van personeel
Onze medewerkers zijn de spil in het leveren van persoonsgerichte zorg aan bewoners en cliënten bij St. Franciscus, dag in, dag uit. De personeelssamenstelling van St. Franciscus wordt op onze website regelmatig geüpdatet. In deze tabel is uiteengezet welke medewerkers er binnen St. Franciscus zijn, hoeveel procent van de opbrengsten aan personeel wordt besteed en hoe hun verzuim en verloop is.
Het is belangrijk om als individuele medewerker, maar ook als organisatie te blijven leren. St. Franciscus heeft daarom als uitgangspunt dat elk jaar opnieuw bekeken wordt wat er moet gebeuren om te blijven ontwikkelen en op welke fronten we moeten investeren in het lerend vermogen. In de CAO staat dat 2% van het personeelsbudget aan opleidingen moet worden besteed. St. Franciscus wil echter dat medewerkers aan de basis van goede zorg staan en vindt opleiden daarom essentieel om richting de toekomst de juiste zorg te kunnen blijven leveren. Daarom besteden wij in 2021 5% van het totaal aan personeelskosten aan opleidingen.
De afgelopen jaren heeft een breed opleidingsprogramma ervoor gezorgd dat de medewerkers zich ontwikkelen. Voor 2021 blijft deze inspanning gelden en is er een opleidingsprogramma ontwikkeld voor zowel collectieve opleidingen zoals BHV, reanimatie en e-learnings en voor individuele opleidingen zoals GVP en BBL-leerlingen. Ook staan er tien klinische lessen gepland gedurende 2021.
Kwaliteitsregister
Verder wordt er binnen St. Franciscus gewerkt met het Kwaliteitsregister als hulpmiddel voor verpleegkundigen en verzorgenden om aan te tonen dat zij hun deskundigheid op peil houden en daarmee aan de eisen van de beroepsgroep voldoen. Verpleegkundigen kunnen met de BIG-registratie aantonen dat zij aan de kwantitatieve eisen voldoen.
GVP-scholing
De afgelopen jaren zijn wij een scholingstraject gestart om GVP-ers (gespecialiseerd verzorgende/verpleegkundige psychotherapie) op te leiden binnen de teams van kleinschalig wonen. Een GVP-er geeft binnen het team visie op belevingsgerichte zorg en kan specifieke situaties richting onbegrepen gedrag monitoren. Dit scholingstraject wordt in 2021 gecontinueerd. Daarnaast wordt door onze GVP-ers ‘coaching on the job’ toegepast.
Zorgcentrum St. Franciscus zet zich ook actief in om nieuw personeel te werven. St. Franciscus heeft in 2020 een nieuwe HR-adviseur in dienst genomen en is voornemens om in 2021 deel te nemen aan diverse zorgcampagnes en banenmarkten.
De strategie voor 2021 is gericht op het onderscheiden van St. Franciscus als de partij om algemene (niet specialistische) ouderenzorg in en rondom Gilze te leveren. Hierbij wil St. Franciscus van net voor het allereerste zorgmoment tot het eind van de zorgpartner in en rondom Gilze zijn.
Graag willen wij u deelgenoot maken van het toekomstbeeld van Zorgcentrum St. Franciscus. Dit toekomstbeeld hebben wij uitgewerkt op papier en hier kunt u Ons Plan digitaal inzien.
Wij blijven werken aan een goede en toekomstbestendige organisatie! Wij wensen u een mooie leeservaring toe.
Het idee is dat iemand die hier in de buurt woont, vroeg of laat in meer of mindere mate zorg nodig heeft. St. Franciscus is dan de partij om dit te monitoren, middels techniek, maar ook via het sociale netwerk dat St. Franciscus rijk is. Waar het om gaat is dat St. Franciscus beargumenteerd kan opschalen naar het volgende niveau van benodigde zorg indien nodig. Zie figuur 1 ter illustratie van deze ontwikkelgedachte. In lijn met de wens van de overheid/het zorgkantoor, maar nadrukkelijk ook in het belang van de cliënt zelf, zal hierbij in toenemende mate ook de nadruk worden gelegd op preventie door de wijkverpleegkundige. De wens tot zo veel mogelijk ‘eigen regie’ staat zogezegd centraal.
Open figuur
Figuur 1 St. Franciscus als partner voor niet specialistische zorg in Gilze
Sluiten
In zijn geheel betekent het dat St. Franciscus haar strategie richt op:
1. Preventie en monitoring van de specifieke zorgbehoefte van een cliënt.
2. Het leveren van de algemene (niet specialistische) ouderenzorg in en rondom Gilze middels een optimaal breed zorgaanbod, concreet bestaande uit de volgende diensten:
3. Samenwerking in de keten (huisartsen/ziekenhuizen/gespecialiseerde aanbieders) om de regiefunctie in en rondom Gilze goed te kunnen invullen en om de zorg te faciliteren indien er wel specialistisch aanbod nodig is.
4. Het continu hebben van kennis van de benodigde zorg door in te zetten op een combinatie van informatie gegenereerd door technische hulpmiddelen (domotica) en informatie uit het sociale netwerk.
St. Franciscus ziet bovenstaande als haar eigen strategische doel en wil dit doel realiseren in lijn met het nieuwe kwaliteitskader. Het begint daarom bij kwaliteit en het leren om continu beter te worden.
In aansluiting op de strategische richting staan in deze paragraaf de belangrijkste doelstellingen geformuleerd. Zorgcentrum St. Franciscus uit Gilze:
Om deze doelstellingen te realiseren, dienen de diverse betrokken partijen op de juiste manier benaderd te worden over wat wij doen en wat we te bieden hebben. De doelstellingen op dit punt kunnen als volgt geformuleerd worden:
De groep mensen, woonachtig in Gilze en omgeving die of niet helemaal meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen of basiszorg nodig hebben, kan worden uitgesplitst of concreet worden gemaakt door expliciet de volgende zaken te benoemen:
In de tabel op onze website wordt de meest recente verdeling van de cliëntpopulatie bij St. Franciscus weergegeven.
Het kwaliteitsbeleid van Zorgcentrum St. Franciscus biedt de basis voor het leveren van cliëntgerichte, deskundige zorg- en dienstverlening aan de cliënten van St. Franciscus, waarbij risico’s worden beheerst en gewerkt wordt aan continue verbetering. Wij willen graag een “inloophuis” worden en we streven ernaar dat iedere cliënt ervaart dat wonen, zorg en (sociale) dienstverlening goed geregeld zijn en aansluiten op persoonlijke behoeften en mogelijkheden. Onze belangrijkste kwaliteitsnorm is dat iedere cliënt zich gezien en gehoord voelt en deskundig en respectvol benaderd wordt door betrokken medewerkers.
4.1 Persoonsgerichte zorg en ondersteuning
4.2 Wonen en welzijn
4.3 Inzetten op kwaliteit van leven
4.4 Basisveiligheid
4.5 Leren en verbeteren m.b.t. kwaliteit
Zorgcentrum St. Franciscus geeft écht persoonlijke aandacht aan iedereen waarmee in contact getreden wordt. Wij kennen de mens achter de bewoner, zijn zorgzaam, betrokken en hebben een groot inlevingsvermogen. De ander wordt gemotiveerd om persoonlijke groei/stabiliteit te bewerkstelligen. Wij kennen het levensverhaal van de bewoner en gaan uit van unieke personen met eigen specifieke behoeften en wensen. Dit is het vertrekpunt van persoonsgerichte zorg en dienstverlening voor Zorgcentrum St. Franciscus.
Behoud van eigen regie
St. Franciscus stelt de cliënt in de gelegenheid zijn eigen leven vorm en inhoud te geven in zowel grote als kleine onderdelen. Dit staat ook centraal in het plan van aanpak welzijn 2021. Wanneer een cliënt bij St. Franciscus komt wonen, wordt gevraagd of het levensverhaal van de cliënt kan worden beschreven. Er wordt gebruikgemaakt van naasten om de wensen te verwoorden als de cliënt de eigen regie niet meer kan nemen. Daarnaast bespreken de zorgmedewerkers met de cliënt de wensen rondom het levenseinde en wordt dit regelmatig geëvalueerd met de cliënt en naaste(n).
De zorg wordt overeenkomstig wensen en behoeften vormgegeven binnen de grenzen van de mogelijkheden op het gebied van lichaam en kleding. Deze twee koppen worden standaard opgenomen in het zorgleefplan in ONS en komen terug in het zorgleefplangesprek met de familie.
Zorgleefplannen
Iedere cliënt beschikt binnen 24 uur over een voorlopig zorgleefplan met in ieder geval zaken zoals: medicatie, dieet, primaire hulpvraag, eerste contactpersoon en afspraken over handelen bij calamiteiten. Uiterlijk zes weken na opname (of zoveel eerder als mogelijk) wordt het voorlopige zorgleefplan volledig en definitief. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van een zorgleefplan is belegd bij een (contact)verzorgende van tenminste niveau 3 (IG). Steekproefsgewijs zal dit elk kwartaal gecontroleerd worden en de resultaten van de steekproef 24-uurs zorgplan worden op de website gepubliceerd.
Zorgdoelen
Iedere cliënt heeft afspraken over en inspraak bij de doelen ten aanzien van zijn of haar zorg, behandeling en ondersteuning. De basis hiervan is de implementatie ONS van Nedap (inclusief koppeling naar Ysis). De doelen worden afgestemd op het levensverhaal van de cliënt. De doelen worden regelmatig geëvalueerd op basis van de PDCA-cyclus en worden besproken tijdens de MDO’s.
Caren Zorgt
De module ‘Caren Zorgt’ in het ECD staat mede aan de basis van de persoonsgerichte zorg. Cliënten en/of mantelzorger kunnen nu zelf digitaal hun eigen dossier inzien op het moment dat het hen schikt. De communicatie tussen cliënten, mantelzorgers en professionals is daarmee goed gefaciliteerd. St. Franciscus gelooft namelijk dat de onderlinge communicatie en afstemming over de te leveren zorg leidt tot continue verbetering in het cliëntgericht werken.
Slim incontinentiemateriaal
In 2021 is St. Franciscus voornemens te starten met een pilot van slim incontinentiemateriaal in het verpleeghuis KSW. Het beoogde resultaat van deze pilot is dat er meer rust in de nacht wordt gecreëerd door onnodige zorgmomenten te reduceren. Dit komt ten goede aan de nachtrust van de cliënten en de werkdruk van onze nachtdiensten. Daarnaast zal de inzet van slim incontinentiemateriaal ook overdag resulteren in minder onnodige en belastende zorgmomenten voor onze bewoners.
“Wonen zoals thuis” is het centrale thema binnen St. Franciscus als het gaat om welzijn. Het gaat om het verschuiven van de mindset van intramuraal naar extramuraal; hoe is het thuis en hoe houden we mensen zoveel mogelijk (als) thuis. De bijzonderheden worden in deze paragraaf beschreven.
Wooncomfort
De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan het verbeteren van het wooncomfort. Ruimtes zijn aangepast aan de doelgroep. De gangen op de eerste en tweede etage van individueel wonen zijn verbouwd. In 2021 wordt de begane grond van individueel wonen verbouwd en wordt er ook een gezellig keukenhoekje gecreëerd. Daarnaast wordt de receptie omgebouwd tot een koffie corner waar bewoners, bezoekers en medewerkers terecht kunnen voor een kopje koffie.
Ook de maaltijdvoorziening valt onder het wooncomfort. St. Franciscus vindt het belangrijk om de cliënten te voorzien van een lekkere en voedzame maaltijd. Cliënten wordt gevraagd of ze het eten smakelijk vinden en er kan een alternatieve maaltijdkeuze worden voorgelegd. Eind 2020 is een vernieuwing in de keuken doorgevoerd en is het proces geoptimaliseerd.
Dagritme
Als het gaat om het ritme van de bewoners is licht een belangrijke factor om de 24 uur in een dag zo goed mogelijk te laten verlopen. Bij St. Franciscus is 10 jaar geleden al geïnvesteerd in dynamische verlichting waarmee het dag-nachtritme van bewoners positief beïnvloed wordt. Deze verlichting dient vernieuwd en uitgebreid te worden. De investering die hiervoor gedaan moet worden is hoog (€ 50.000,- tot € 100.000,-). St. Franciscus is voornemens in uiterlijk in 2021 nieuwe (o.b.v. van ledverlichting) dynamische verlichting geïnstalleerd te hebben.
Zingeving
Binnen St. Franciscus is zingeving een continu onderwerp van gesprek. Of het nu gaat om het gezamenlijk nuttigen van een maaltijd, bewoners van de kleinschalige woongroepen of de bewoners van onze aanleunwoningen, er wordt altijd gelet op het zo goed mogelijk invulling geven aan de woon- en leefwensen van alle betrokkenen. Onze zorgverleners besteden onder andere aandacht aan gevoelens van eenzaamheid, verlies van functies, rouw, depressie, ouderdom en invulling van de laatste levensfase. Passende geestelijke verzorging is bereikbaar.
Zinvolle tijdsbesteding
Er is dagelijks een aanbod van activiteiten, zo ook beschreven in het plan van aanpak welzijn 2021. Activiteiten worden begeleid door een professional, vrijwilliger of familie. Er wordt rekening gehouden met de verschillen in behoefte aan ondersteuning bij de tijdsbesteding. Binnen individueel wonen zijn in 2020 de kleinschalige activiteiten uitgebreid. Iedere dag worden activiteiten aangeboden op de pleintjes van de afdelingen. De verwachting is dat dit in 2021 verder wordt uitgebreid.
Daarnaast wordt in 2021 ook gestart met een pilot met zorgrobot SARA. SARA is een zorgrobot die zich richt op het verhogen van het welzijn van cliënten door het bieden van verschillende activiteiten. De zorgrobot zal voor een jaar worden ingezet op KSW en IDW en na een jaar wordt geëvalueerd of de zorgrobot een meerwaarde biedt voor onze bewoners.
Inzet van aanvullende therapieën
De muziektherapeut heeft in 2019 veel betekend qua muziek en in 2020 hebben we de muziektherapeut ook structureel ingezet bij het verpleeghuis individueel wonen om zodoende andere medewerkers te faciliteren om muziek te gebruiken. Dus meer ondersteunend aan anderen, zodat zij met z’n allen meer muziek kunnen gebruiken als middel i.p.v. meer zelf muziek maken, want dat is uiteindelijk toch gelimiteerd tot zijn beschikbare uren. Op KSW is in 2020 in samenwerking met de muziektherapeut een pilot met spotify gestart. Het gebruik van spotify zal in 2021 ook bij de bewoners van IDW worden toegepast.
In 2019 zijn we ook gestart met het inzetten van een therapiehond. Deze hond is speciaal getraind om bij te dragen aan het realiseren van behandeldoelen. Dit werkt en deze samenwerking willen we in 2021 voortzetten en waar nodig uitbreiden.
Participatie familie en vrijwilligers
St. Franciscus vindt het belangrijk de naasten in de zorg te betrekken. In 2021 willen wij nog meer inzetten op de rol die mantelzorgers bijdragen aan de levensinvulling van bewoners. Zorgverleners en vrijwilligers werken samen. Vrijwilligers kunnen verantwoord ondersteuning verlenen. St. Franciscus heeft als doel om constant het mantelzorgbeleid te blijven concretiseren in overleg met de familie en/of betrokkenen van de cliënten.
Kwaliteit voor cliënten en de afstemming van de bedrijfsvoering hieromheen wordt gebaseerd op drie centrale thema’s, te weten:
Eigen regie / zelfredzaamheid waar mogelijk
De komende jaren zal de facilitaire dienst (en dan met name de keuken, maar voor een deel ook de HHD) verder geprofessionaliseerd worden. Dit moet bijdragen aan gastvrije zorg in de brede zin van het woord. Een warm welkom, lekker eten, service en gemak dient de mens. De hogere kwaliteit hoeft en zal ook geen hogere kosten met zich meebrengen. Het gaat om meer gastvrijheid en service die aansluit bij zowel de cliënten als bij de zorgprofessionals. Het idee hierachter is dan niet dat alles (krant, ontbijt, koffie, lunch, middagdrankje, avondeten) op de kamer gebracht wordt, maar dat bewoners zoveel mogelijk gebruikmaken van de gastvrijheid en service die in de Vertoeverij geboden wordt.
Het gehele plan om meer eigen regie te realiseren, is op de meeste punten afgerond. De volgende punten hebben momenteel de aandacht:
Ook voor de medewerkers moeten we kijken hoe we de faciliteiten op een zo hoog mogelijk niveau kunnen krijgen. Bijvoorbeeld d.m.v. intranet. Meer inzicht voor medewerkers in hun salaris, vakantiedagen e.d., zodat zij zich ook beter geïnformeerd voelen. Maar ook zaken zoals (zelf)roostering en bijvoorbeeld een goed uitgerust restaurant spelen hierbij een rol.
Bewegen volgens de beweegnorm
In 2020 is bij kleinschalig wonen een pilot gestart in samenwerking met een fysiotherapeut om bewoners meer te stimuleren te bewegen. Deze pilot loopt nog door in 2021. Wanneer de pilot positief wordt geëvalueerd, wordt dit programma ook op de overige woongroepen en eventueel bij individueel wonen geïmplementeerd. Daarnaast wordt de gang van kleinschalig wonen aangepast zodat bewoners gestimuleerd worden om te bewegen door verschillende prikkels (geur, licht, voelen) aan te bieden. Eind 2020 zijn de muren bestickerd en in 2021 worden de beleefhoeken verder ingericht.
Het stimuleren van beweging houdt niet op buiten het terrein van St. Franciscus. We zijn met een externe projectgroep bezig met de ontwikkeling van een beweegtuin. Deze beweegtuin start in het dorp en eindigt in de tuin van St. Franciscus. In december 2020 wordt de inrichting van deze beweegtuin gestart.
Tegengaan van eenzaamheid
Eenzaamheid is een actueel thema in de ouderenzorg. Vanzelfsprekend is het tegengaan van eenzaamheid belangrijk voor St. Franciscus. St. Franciscus wil de verbinder zijn tussen onze bewoners, thuiswonende ouderen in de wijk en de rest van onze samenleving. De laatste jaren hebben wij het welzijnsaanbod van St. Franciscus uitgebreid. Daarnaast zal 2021 ook in het teken staan van het beter betrekken van de mantelzorger in de zorg en dagelijkse gang van zaken.
Ook het tegengaan van eenzaamheid door omwonenden en bewoners van ons zorgcentrum met elkaar in contact te brengen is een doelstelling. St. Franciscus rijdt om deze reden met een autobusje door Gilze om mensen te halen en te brengen om deel te nemen aan de middagmaaltijd in ons restaurant of aan activiteiten. In 2020 hebben we door de maatregelen rondom de coronacrisis de verbinding tussen bewoners van St Franciscus en omwonenden helaas minder goed kunnen leggen. In 2021 willen we ons weer inspannen om omwonenden en bewoners met elkaar in contact te brengen.
Het bieden van kwalitatief goede zorg hangt samen met het streven naar optimale veiligheid van de cliënten. Risicobeheersing en risicobewaking krijgen veel aandacht binnen St. Franciscus, maar wel vanuit het oogpunt dat dit geen doel op zich is. Met andere woorden: het voorkomen van risico’s mag niet leiden tot de achteruitgang in de kwaliteit van leven, maar dient hier juist aan bij te dragen. De belangrijke onderdelen voor basisveiligheid worden in deze paragraaf beschreven.
Medicatieveiligheid
De richtlijnen voor medicatie(veiligheid) worden binnen St. Franciscus toegepast. Ieder kwartaal komt de werkgroep medicatieveiligheid bijeen. In het kader van medicatieveiligheid worden er regelmatige medicatiereviews uitgevoerd. Het percentage cliënten bij wie het afgelopen jaar een medicatiereview heeft plaatsgevonden, wordt op de website gepubliceerd en geactualiseerd. Het (verminderen van) medicatiegebruik wordt tijdens het MDO besproken met de cliënt en/of familie.
Alle (bijna) incidenten worden digitaal geregistreerd in ONS. Ieder kwartaal ontvangt de MIC-commissie een overzicht en zij beoordelen de resultaten. De commissie brengt periodiek advies uit aan het managementteam. In dit advies worden trends gesignaleerd en aanbevelingen voor verbetering. Het MIC-beleid van St. Franciscus is gebaseerd op een open sfeer en het leren van fouten. Het MIC-overzicht wordt op onze website openbaar gemaakt.
Medimo
Om de medicatieveiligheid te verhogen is intramuraal gestart met Medimo als elektronisch toedieningsregistratiesysteem. Uit onderzoek is gebleken dat dit systeem een bijdrage levert aan de medicatieveiligheid en het aantal medicatie incidenten terugdringt. Medimo wordt in 2021 ook geïmplementeerd bij Franciscus Thuis.
Medido
Sinds 2019 wordt bij meerdere cliënten van Franciscus Thuis de Medido medicijndispenser ingezet met als doel om de eigen regie van de cliënten te vergroten en de werkdruk van medewerkers te verlagen. In voorjaar 2021 wordt de Medido ook ingezet bij een aantal bewoners van het verpleeghuis IDW. Samen met de verpleegkundigen en contactverzorgenden is beoordeeld welke cliënten hiervoor in aanmerking komen. De verwachting is dat de Medido de werkdruk van de zorgverleners kan verlichten.
Antipsychoticagebruik
St. Franciscus rapporteert periodiek over de aard, prevalentie en reflectie van het antipsychoticagebruik.
Antibioticagebruik
In het kader van antibioticagebruik wordt er een periodieke rapportage over antibiotica, inclusief verloop en reflectie op onze website gepubliceerd. In verband met antibiotica resistentie hebben wij in 2020 een CRP-apparaat gekocht. Daarnaast volgen twee preventiemedewerkers van St. Franciscus de cursus infectiepreventie vanuit het Amphia Ziekenhuis in Breda. De preventiemedewerkers gaan in 2021 de opgedane kennis naar aanleiding van de cursus in praktijk brengen en de teams op dit gebied coachen.
Decubituspreventie
Ten behoeve van decubituspreventie is een werkgroep wondzorg ingesteld. Teams worden in de dagelijkse praktijk ook ondersteund door de verpleegkundigen en indien nodig door de verpleegkundig specialist.
De teams monitoren regelmatig huid(letsel), voedingstoestand, mondzorg, incontinentieletsel bij bedlegerige of immobiele cliënten. Dit wordt doorlopend gecontroleerd. Met een verhoogd risico op (onder andere) decubitus zijn vroegtijdig in beeld en preventieve maatregelen/hulpmiddelen worden tijdig ingezet.
Wet Zorg en Dwang
Vanaf 1 januari 2020 is de wet Zorg en Dwang (WZD) van kracht en 2020 is aangemerkt als een overgangsjaar. St. Franciscus heeft hiervoor een WZD-commissie opgesteld die structureel samenkomt. Het beleid van St. Franciscus is er op gericht om de inzet van onvrijwillige zorg zo veel mogelijk te beperken.
Advance Care Planning
St. Franciscus zet diverse preventieve maatregelen in om ongeplande ziekenhuisopnames te voorkomen. Als een cliënt bij St. Franciscus komt wonen, wordt meteen besproken welke medische beleidsafspraken er gelden. Denk hierbij aan wel of niet reanimeren en wel of geen ziekenhuisopname. Deze afspraken worden vastgelegd in het zorgleefplan van de cliënt. Voor cliënten met een indicatie voor verblijf met behandelingen vindt twee keer per jaar een MDO plaats, waarin deze afspraken worden geëvalueerd. Met de overige cliënten worden de afspraken geëvalueerd tijdens de zorgleefplangesprekken. Daarnaast wordt het valrisico van de cliënt geïnventariseerd en worden passende acties ingezet. Het aantal cliënten dat gevolgen heeft overgehouden aan een valpartij wordt op onze website gepubliceerd en wanneer nodig geactualiseerd.
Ons kwaliteitsbeleid is gericht op het continu verbeteren van kwaliteit. De bijzonderheden voor 2021 in het kader van continu leren en verbeteren worden beschreven in deze paragraaf. Per onderwerp wordt telkens samengevat hoe we met ons kwaliteitsplan aan de vereisten van het kwaliteitskader voldoen en hoe we hier inzicht in verschaffen. Het uitgangspunt is dat we zowel het plan als de wijze waarop we hieraan voldoen volledig openbaar maken via onze site en dat we erop toezien dat we continue (per maand of per kwartaal) de rapportage op de site up to date houden, zodat alle belanghebbende gedurende het rapportagejaar volledig geïnformeerd zijn over de prestaties van St. Franciscus.
Kwaliteitsmanagementsysteem
St. Franciscus heeft in 2018 succesvol het certificeringstraject voor PREZO Care doorlopen. St. Franciscus heeft voor PREZO Care gekozen omdat de zorgrelatie en de resultaten die medewerkers en organisatie leveren aan de cliënt centraal staan en PREZO daarmee de visie op kwaliteit binnen St. Franciscus ondersteunt. PREZO Care helpt St. Franciscus organisatie breed te werken met de waarden, regels, dilemma’s en risico’s die uit de verhalen van bewoners maar ook hun naasten, medewerkers, vrijwilligers, ondersteuners, managers en de bestuurder naar boven komen. Dit wordt op een cyclische, methodische manier gedaan aan de hand van perspectieven en kwaliteitswijzers. Dit versterkt de kwaliteit van zorg maar ook het kwaliteitsbewustzijn binnen St Franciscus. Omdat de dialoog met elkaar zo belangrijk is binnen PREZO Care, wordt dit kwaliteitsmodel ook wel een dialoogmodel genoemd. Om de certificering te behouden wordt St. Franciscus jaarlijks bezocht voor een externe audit door Stichting Perspekt. Een keer per drie jaar gaat het om een uitgebreide audit. De huidige certificering loopt tot 1-11-2021.
Audits
St. Franciscus voert op specifieke onderwerpen interne audits uit om zelf te toetsen of de kwaliteit op orde is. De interne audits worden uitgevoerd door verpleegkundigen of andere medewerkers die hiertoe zijn opgeleid. In 2020 is er een nieuwe medewerker Audit, Kwaliteit en Innovatie aangenomen die hier ook een rol in zal spelen. In 2020 zijn de volgende interne audits uitgevoerd:
De rapporten en resultaten van de interne audits worden naar de teams gecommuniceerd. Eventuele verbeterpunten worden door de teams opgepakt in samenwerking met de teamleiders. Voor 2021 is een interne audit planning gemaakt.
Kwaliteitsplan en kwaliteitsverslag
Jaarlijks wordt door St. Franciscus een kwaliteitsplan opgesteld volgens de vereisten van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De interne en externe verantwoordingen verlopen via het jaar- en kwaliteitsverslag. Jaarlijks wordt voor 1 juli het kwaliteitsverslag gepubliceerd op de website. Zowel het kwaliteitsplan als het jaar- en kwaliteitsverslag worden besproken door het Managementteam (MT), de cliëntenraad (CR), de Ondernemingsraad (OR) en de Raad van Toezicht (RvT).
Lerend netwerk
Samen met vier andere collega zorginstellingen maakt St. Franciscus deel uit van een lerend netwerk. De collega zorginstellingen zijn: Amaliazorg (Oisterwijk), Het Laar (Tilburg), Maria-Oord (Dongen) en Zorgstichting ’t Heem (Udenhout). De samenwerking richt zich voornamelijk op de onderlinge uitwisseling van informatie, het bespreken van de kwaliteitsplannen en kwaliteitsverslagen en het bieden van mogelijkheden aan medewerkers van deelnemende organisaties om elkaar te ontmoeten en kennis te delen.
5.1 Gebruik van hulpbronnen
5.2 ICT en domotica
5.3 Gebruik van informatie
Efficiënt gebruik van hulpbronnen is een van de uitgangspunten bij St. Franciscus. Bij elke beslissing of keuze wordt in eerste instantie de afweging gemaakt in hoeverre de inzet van middelen en materialen noodzakelijk is. De belangrijke hulpbronnen die bij het realiseren van kwaliteit van verpleeghuiszorg aanwezig én op orde moeten zijn worden in deze paragraaf beschreven.
Huisvesting
Het vastgoed is eigendom van woonstichting Leystromen en het onderhoud van het vastgoed wordt door hen uitgevoerd. St. Franciscus monitort dit en houdt daarbij een cyclisch (meerjaren)onderhoudsplan aan, waarin alle woon- en verblijfsvoorzieningen in zijn opgenomen.
Materialen en hulpmiddelen
Er bestaat een overzicht van (zorg)materialen die binnen St. Franciscus worden gebruikt. Deze materialen worden getest op functionaliteit en bruikbaarheid en de periodieke rapportage keuring materialen wordt openbaar gemaakt. De verantwoordelijkheid voor de materialen (overzicht bijhouden, onderhoud, uitlenen, vervanging en uitbreiding et cetera.) is belegd bij de technisch medewerker. De technisch medewerker schrijft hier periodieke rapportages over.
St. Franciscus wil iedereen zo veel mogelijk bewegings- en handelingsvrijheid geven binnen de normen en veiligheid die met elkaar zijn afgesproken. Daarnaast wil St. Franciscus voor de (extramurale) zorg onderzoeken welke toepassingen zinvol zijn en de werkdruk van zorgverleners verlagen. De inzet van technologie kan hieraan bijdragen. Binnen St. Franciscus wordt er al met diverse technologische toepassingen gewerkt, zoals personenalarmeringen, sensoren, slimme camera’s en leefcirkels. Deze toepassingen worden regelmatig geëvalueerd.
Jaarlijks wordt ongeveer 1% van de verwachte bedrijfsopbrengsten gereserveerd voor innovatie. Het budget voor 2021 bedraagt € 80.000,-. Hieruit zullen o.a. de kosten betaald worden van de twee SARA-zorgrobots die in 2021 geleased gaan worden (totale kosten in 2021 ca. € 18.000,-). De zorgrobots zijn ontwikkeld om het zorgpersoneel te ontlasten door cliënten te entertainen. SARA kan onder andere audioverhalen afspelen, beeldbellen met de familie, geheugenspellen spelen en beweegoefeningen doen samen met een cliënt. In 2021 zal onderzocht worden waaraan het innovatiebudget nog meer besteed zal worden.
Automatisering ICT
St. Franciscus is een samenwerking aangegaan met een projectleider om de ICT van de organisatie volledig te automatiseren en te optimaliseren. In 2021 zal daarom veel aandacht worden besteed
aan de ICT-structuur. Er komt een nieuw HRM-systeem waarmee werknemers zelf digitaal een adreswijziging kunnen doorgeven, loonheffingskorting kunnen aanpassen en de salarisstrook kunnen inzien.
Data Driven Healthcare
Samen met Verkerk Service Systemen (VSS) bekijken wij hoe we data kunnen gebruiken voor het verbeteren van zorg. Wij hebben periodieke klantteam gesprekken om samen met VSS te bespreken waar wij tegen aan lopen en hoe het systeem ons kan ondersteunen. Zo hebben wij nu al inzicht in de meldingen die binnen komen in ons systeem en bekijken wij maandelijks of er trends of ontwikkelingen zijn waarop we kunnen inspelen.
Digivaardig
Omdat de zorg steeds meer digitaal wordt en niet alle medewerkers beschikken over het vereiste vaardigheidsniveau, is het project Digivaardig van start gegaan. De aanpak van Digivaardig in de zorg is gebaseerd op de inzet van digicoaches. Een digicoach is een medewerker (zorgprofessional, servicedeskmedewerker, fysiotherapeut enz.), met meer gevoel voor digitale ontwikkeling dan de collega’s, die met uren in staat gesteld wordt om nabije collega’s met raad en daad op de werkvloer terzijde te staan bij het gebruik van digitale middelen en de daarvoor benodigde vaardigheden. St. Franciscus sluit zich aan bij het project en is voornemens om in 2021 twee digicoaches op te leiden.
Het optimaal benutten van de informatie van betrokkenen leidt tot een breder inzicht in wat goed gaat en waar ontwikkeling mogelijk is. De positieve punten en de verbeterpunten worden benut om aan interne verbetering te werken. Deze informatie wordt gedeeld met de cliëntenraad en de Raad van Toezicht.
Cliënttevredenheidsonderzoek (CTO)
St. Franciscus staat vermeld op Zorgkaart Nederland. Dit is een onafhankelijke website met een overzicht van het zorgaanbod in Nederland, waar cliënten en familie een waardering kunnen achterlaten. Per kwartaal genereert St. Franciscus informaties over de reviews op Zorgkaart Nederland. Zodoende krijgen wij ook tussentijds een beeld van de tevredenheid over de diensten van St. Franciscus. Zorgcentrum St. Franciscus kiest ervoor om op deze manier de cliënttevredenheid te meten.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)
Eenmaal per twee jaar vindt een onafhankelijke medewerkersraadpleging plaats. St. Franciscus doet voor het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) een beroep op Actiz. In het najaar van 2020 is het MTO uitgevoerd door Deloitte. De uitkomsten worden gebruikt om het gesprek aan te gaan met medewerkers en worden zo nodig vertaald in verbeteracties in het jaarplan.
Het bestuur dient te faciliteren dat zorgprofessionals zich kunnen ontwikkelen. We hechten bij St. Franciscus veel belang aan openheid en transparantie. Openheid en transparantie maken dat onze inspanningen en met name ook de bedoeling hierachter bij zoveel mogelijk betrokkenen duidelijk zijn. Duidelijkheid hierover maakt dat iedereen hier een mening over kan vormen en dat mensen hierop dus kunnen reageren. Hierop kan de inzet tot verbetering vervolgens weer aangepast en aangescherpt worden. Deze wisselwerking met alle doelgroepen van St. Franciscus is een belangrijke motor voor de interne verbetering en vernieuwing.
Vanuit de Raad van Bestuur is het adagium voor een groot deel ook dat leiderschap gelijk staat aan de moed om zaken aan anderen over te laten. Sturing geven en de juiste randvoorwaarden creëren is dan het belangrijkste aandachtsgebied van de leiding. Uiteraard is het hierbij van belang dat dit gebeurd binnen de geldende richtlijnen van de governance code. Dit is simpelweg een uitgangspunt en hierover zal niet apart gerapporteerd worden. Als hier klachten over zijn wordt dit via de klachtenregeling afgehandeld en over de klachten zijn we wederom transparant door hier periodiek op te rapporteren op de site onder de noemer ontvangen klachten.
Raad van Bestuur en Managementteam
St. Franciscus kent een eenhoofdige Raad van Bestuur (RvB) die verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht (RvT). Het MT bestaat naast de bestuurder uit de manager Finance & Control en de drie teamleiders, namelijk de teamleider kleinschalig wonen (KSW), teamleider individueel wonen (IDW) en teamleider facilitair.
De Raad van Bestuur loopt op gezette tijden mee binnen het primaire proces van de eigen zorgorganisatie, zodat zij gevoel houden met het primaire proces op de werkvloer.
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht (RvT) is het intern toezichthoudend orgaan van Zorgcentrum St. Franciscus. De RvT bestaat uit vijf leden en ziet integraal toe op het bestuur van St. Franciscus. De RvT dient als een sparringpartner voor de RvB en beoordeelt de stukken.
Visie op zorg
In het strategisch beleidsplan zijn de visie en missie van St. Franciscus uitgewerkt. De visie is leidend bij het opstellen van het kwaliteitsplan. Daarin wordt gestuurd op de kernwaarden van St. Franciscus, namelijk: Persoonsgericht, Met elkaar en Vertrouwd. Het kwaliteitsplan, inclusief visie en de periodiek behaalde resultaten wordt jaarlijks met zowel het personeel als de bewoners doorgenomen en zij kunnen dan hun input geven.
Verankeren van medische, verpleegkundige en psychosociale kennis
In het kader van het verankeren van medische, verpleegkundige en psychosociale expertise vindt structureel overleg plaats met professionals van de diverse disciplines inzake het aansturen van de organisatie. Daarnaast hebben de teamleiders KSW en teamleider IDW een verpleegkundige achtergrond. St. Franciscus beschikt over een WZD- en MIC-commissie en er worden MDO’s gevoerd. Medische, verpleegkundige en psychosociale expertise is tevens een mogelijk aspect binnen het lerend netwerk. Indien nodig kan er met andere organisaties worden samengewerkt.
Medezeggenschap
St. Franciscus beschikt over een goed functionerende Cliëntenraad (CR) en Ondernemingsraad (OR). De CR en OR worden breed geïnformeerd en betrokken bij relevante ontwikkelingen binnen de organisatie. De CR en OR hebben hiervoor structureel overleg met de RvB. Daarnaast heeft zowel de CR als OR ieder jaar een overleg met de RvT en een overleg met elkaar. De medezeggenschap van zowel cliënten als medewerkers is hiermee voldoende gewaarborgd.
Naast het gerichter binnenhalen en behouden van medewerkers, zullen we tevens inzetten op het gerichter binnenhalen van vrijwilligers en mantelzorgers. Ook de verhouding tussen zorgtaken en niet-zorgtaken moet zo goed mogelijk afgewogen worden.
Als we de begroting zoals deze nu is opgesteld, gaan realiseren, dan gaan we weer meer personeel inzetten. De stijging zoals we die voorgaande jaren gezien hebben, is wel veel minder. De oorzaak hiervan is hoofdzakelijk gelegen in de krapte op de arbeidsmarkt voor verzorgend en verplegend personeel, waardoor er steeds meer gebruik moet worden gemaakt van uitzendkrachten. Aangezien de kosten van uitzendkrachten meer dan het dubbele bedragen dan van eigen personeelsleden, is er minder ruimte voor daadwerkelijke groei in personeelsaantallen. In 2021 zal naar verwachting 2,77 fte aan uitzendkrachten van niveau 2 en 3 moeten worden ingezet. In de regio Midden-Brabant wordt geprobeerd de noodzakelijke inzet van uitzendkrachten te verlagen door zorgprofessionals de mogelijkheid te bieden ook bij andere zorgaanbieders te werken en door te proberen ZZP-ers zoveel mogelijk aan zorgorganisaties te binden zonder tussenkomst van bureaus. Om dit te realiseren is het project ‘Tool arbeidsbemiddeling’ opgestart. Hopelijk is het resultaat hiervan in 2021 zichtbaar.
7.1 Verbeterplan voor personele uitbreidingen (85%)
7.2 Verbeterplan voor overige investeringen (15%)
Welzijn
Door een toenemende zorgzwaarte van bewoners van het verpleeghuis individueel wonen neemt de behoefte naar dagstructuur door huiskamers of ontmoetingsruimtes toe. Dit geldt ook voor deelname aan activiteiten die centraal worden georganiseerd, zodat bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Aan deze bewoners kan vanuit de huiskamers of georganiseerde activiteiten op de pleintjes een zinvolle daginvulling op maat worden geboden. Om de cliënten van verpleeghuis KSW meer activiteiten op maat te kunnen bieden, is sinds 2018 de personeelsformatie voor Welzijn en dagbesteding (niveau 3) met 1,09 fte uitgebreid. Met behulp van o.a. het snoezelbad, de Qwiek.up, de SilverFit, Spotify en de komst van SARA in 2021, zorgen zij ervoor dat de cliënten een zinvolle en fijne daginvulling hebben. Ook binnen het verpleeghuis IDW zal in 2021 een SARA ingezet worden.
In het kwaliteitsplan dat in 2020 bij het zorgkantoor is ingediend, was voor het jaar 2021 een uitbreiding van zorgpersoneel opgenomen van circa 4 fte, om een extra huiskamer te kunnen openen in het verpleeghuis IDW. Door de toegenomen inzet van uitzendkrachten is er echter geen ruimte meer binnen het kwaliteitsbudget om de personeelsformatie in 2021 verder uit te breiden. In 2021 zal bekeken worden of binnen de huidige personeelsformatie en in samenwerking met de dagopvang Lavendelhof, een alternatief kan worden gevonden zodat een aantal cliënten van verpleeghuis IDW toch in groepsverband de dag kan doorbrengen. Mocht het mogelijk zijn om extra eigen medewerkers aan te trekken, zodat er minder uitzendkrachten ingezet hoeven worden, dan zal opnieuw bekeken worden of het mogelijk is om een 2e huiskamer binnen het verpleeghuis IDW te realiseren.
Gastvrijheid
Eind 2020 start de bouw van de nieuwe koffiecorner in de Vertoeverij. De koffiecorner verbindt de Vertoeverij en de ontvangstbalie, waardoor het ontvangen van familie, gasten en andere bezoekers klantvriendelijker wordt gemaakt. De medewerkers van de Vertoeverij krijgen een nieuwe rol en ontvangen voortaan ook het bezoek en beantwoorden de telefoon. ‘s Middags en ‘s avonds eten diverse verpleeghuiscliënten in de Vertoeverij, zij worden hierbij ondersteund door de medewerkers gastvrijheid. Ook ondersteunen de medewerkers gastvrijheid bij de diverse ontspanningsactiviteiten die in de Vertoeverij georganiseerd worden.
Leerlingen
Aansluitend op het binnenhalen van medewerkers blijft zelf opleiden ook een speerpunt. Hierbij zal ook overwogen worden om meer capaciteit binnen te halen om leerlingen te begeleiden zodat we op dat vlak in elk geval maximaal de mogelijkheden benutten om nieuwe medewerkers op te leiden en bestaande medewerkers naar een hoger niveau te tillen. In 2021 volgen elf BBL-leerlingen een opleiding op niveau 3, één leerling volgt een opleiding op niveau 4 en één leerling op niveau 2. In totaal heeft Zorgcentrum St. Franciscus 10 fte aan BBL-leerlingen in dienst.
Daarnaast wordt op dit moment onderzocht of er een mogelijkheid bestaat een leerafdeling binnen St. Franciscus te starten. Op deze manier zouden we meer leerlingen kunnen begeleiden en zouden we minder gebruik hoeven te maken van uitzendkrachten.
Aanvullende therapieën
De afgelopen jaren heeft de muziektherapeut veel betekend voor de bewoners van St. Franciscus. Muziek kan mensen activeren, verbinden en in beweging laten komen. Naast muzieksessies met bewoners geeft de muziektherapeut medewerkers, mantelzorgers en vrijwilligers handreikingen over hoe muziek in het dagelijks leven van mensen met dementie kan worden gebruikt om contact te maken. In 2021 willen wij de inzet van de muziektherapeut uitbreiden tot 11 uur per week.
Daarnaast willen we in 2021 de inzet van de therapiehond uitbreiden. We hebben gezien dat de inzet van de therapiehond bijdraagt aan het realiseren van de behandeldoelen. De therapeut en haar hond brengen twee keer per maand een middag door bij de cliënten van Kleinschalig wonen en de cliënten van Individueel wonen.
Van het bedrag dat beschikbaar is voor andere investeringen (15%) zullen in 2021 de salariskosten van de personeelsadviseur (0,67 fte) en de medewerker audit, kwaliteit en innovatie (0,89 fte) worden betaald. De medewerker audit, kwaliteit en innovatie is per 1 september 2020 in dienst gekomen bij Zorgcentrum St. Franciscus. Deze medewerker zal bijdragen aan de kwaliteit in de breedste zin van het woord: de kwaliteit van zorg, maar ook de kwaliteit van het werkgeverschap en de ervaren kwaliteit van de leefomgeving. Zij zal o.a. (interne) audits plannen en uitvoeren, de uitkomsten hiervan rapporteren en ondersteunen bij de afhandeling van eventuele gesignaleerde tekortkomingen. Ook is deze medewerker gericht op signaleren en implementeren van (technologische) innovaties in de zorg, welke de kwaliteit van zorg en welzijn voor de verpleeghuiscliënten verhogen.